Boosheid bij je kind

Boosheid bij je kind kan een lastige emotie zijn om mee om te gaan. We willen vaak het liefst dat het boze gedrag op dat moment zo snel mogelijk weer verdwijnt. We willen ons kind daarnaast graag leren dat als je boos bent, je niet zomaar alles kunt doen en roepen wat er op dat moment in je opkomt. Maar, hoe leer je jouw kind dit?

Een proces

Allereerst is het belangrijk om je te beseffen dat het omgaan met emoties en dus ook met boosheid een vaardigheid is die een kind moet leren. Dit is dus een proces en lukt niet zomaar van de ene op de andere dag. Geduld van ons als ouders tijdens dit proces is dus enorm belangrijk. Hoe moeilijk het soms ook kan zijn, het is enorm belangrijk dat wij als ouders de kalmte proberen te bewaren wanneer ons kind boos is. Boos gedrag kan ons als ouders namelijk een heel vervelend gevoel geven. Een gevoel waarvan ons systeem direct gericht is op het zo snel mogelijk ‘in de aanval gaan’ tegen een bedreiging. Het boze gedrag voélt namelijk daadwerkelijk als een bedreiging.

Acceptatie en erkenning

Het klinkt voor sommigen misschien heel onlogisch, het accepteren van boosheid. Er is echter een verschil tussen het accepteren van de emotie boosheid en het accepteren van grensoverschrijdend gedrag door die boosheid. Wanneer je als ouder accepteert dat je kind deze emotie nu eenmaal even heeft op dit moment, ben je ook veel minder geneigd om er direct krampachtig naar te gaan handelen om de emotie maar zo snel mogelijk weg te krijgen. Wanneer we dat namelijk proberen, werkt dit vaak alleen maar als olie op het vuur. Jouw kind is boos, jij probeert de brand zo snel mogelijk te blussen omdat je de boosheid van je kind erg lastig vindt en daarbij erken je de emotie van je kind niet. Vervolgens voelt je kind zich niet begrepen in zijn emotie waardoor de situatie eigenlijk alleen maar meer escaleert. Resultaat: een nog bozer kind en de situatie nog steeds niet opgelost. Wanneer je probeert om jezelf een volgende keer rustig te houden op een manier als deze: ‘Oké, mijn kind voelt zich nu even heel boos. Dit komt ergens vandaan en het mag er nu even zijn’, en daarnaast, bijvoorbeeld, ook vertelt aan je kind: ‘Ik zie dat je het echt vervelend vindt dat je nu moet stoppen met tv kijken omdat het zo bedtijd is, balen he?’ dan ben je bezig met het accepteren van de emotie van je kind en het erkennen van het gevoel van je kind. Hij baalt. En dat mag. Vaak is het voor een kind al een enorme opluchting wanneer het merkt dat je begrijpt dat hij even baalt en boos is in plaats van hem vertelt dat hij ‘nu meteen moet stoppen met dat boze gedrag!’. De kunst is daarnaast ook om het even de tijd te gunnen. Sommige kinderen kunnen na het benoemen van het gevoel direct omslaan en daarbij zie je het boze gedrag al snel verdwijnen. Voor sommige kinderen of in sommige situaties zie je echter dat het nog niet meteen voldoende is om het boze gedrag (helemaal) te stoppen. Doe dan gewoon heel even niets. Probeer niet te hard om de boosheid om te buigen. Geef je kind heel even de tijd om uit die boze bui te stappen.

Wanneer boos gedrag over de grens gaat

Het accepteren en erkennen van de boosheid van je kind en daarbij het geduld opbrengen om de boze bui te laten verdwijnen, is in sommige gevallen geen optie. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer je kind geweld gebruikt waardoor hij een ander serieus pijn kan doen of verwonden, spullen stuk kunnen gaan of hij zichzelf in gevaar brengt doordat hij boos de weg over wil rennen. In dit soort gevallen gaan we natuurlijk niet eerst de emotie accepteren en benoemen om vervolgens af te wachten of de emotie wegebt. Op dit soort momenten wil je zo snel mogelijk ingrijpen. Je wil je kind laten weten wat acceptabel en niet acceptabel is wanneer je boos bent. Je hebt dan een aantal opties. Je kunt je kind uit de situatie halen. Bijvoorbeeld, wanneer je kind boos is op zijn broertje en hem een mep dreigt te verkopen. Je kunt in zo’n situatie je kind weghalen van zijn broertje om erger te voorkomen door hem rustig de andere kant op te begeleiden of je kunt het kleine broertje uit de situatie halen door die op te tillen waardoor je kind zijn broertje geen pijn meer kan doen. Je kunt daarbij ook benoemen: ‘Ik accepteer niet dat we elkaar hier pijn doen, hoe boos je ook bent’. Wanneer je hier zelf voor openstaat zou je hem ook nog een alternatief kunnen aanbieden zoals een kussen waar hij tegenaan mag slaan. ‘Op dit kussen mag je slaan, je broertje mag je niet slaan. We doen elkaar geen pijn, ook niet als we boos zijn’. Je kunt deze manier van omgaan met boos gedrag natuurlijk toepassen in iedere situatie, of dit nu een broertje, vriendje of jouzelf als ouder betreft waar je kind boos op is.

Praten met je kind

Naast het omgaan met het boze gedrag in het moment zelf, kun je ook nog op een rustig moment praten met je kind over zijn boze gedrag. Het is goed voor je kind om te snappen dat er een verschil is tussen je boos voelen en je ook boos gedragen. Je kunt je kind uitleggen op een manier die bij zijn leeftijdsfase past, dat wanneer je boos bent, je niet zomaar alles kunt roepen en doen omdat zijn gedrag, dus bijvoorbeeld schelden, geweld gebruiken of spullen stuk maken, bepaalde vervelende gevolgen kan hebben. Door je kind te leren dat het zich misschien boos kan voelen doordat hij zich bijvoorbeeld benadeeld, gefrustreerd of gekwetst voelt maar dat hij een keuze heeft in hoe hij reageert, leert hij na te denken over hoe hij een volgende keer misschien beter zou kunnen reageren. Hier kun je het ook samen over hebben. Wat zou hij voor volgende keer kunnen bedenken hoe te reageren wanneer zoiets weer gebeurt en hij zich zo boos voelt? Verwacht niet dat je kind dit volgende keer in één keer perfect doet. Blijf herhalen en onthoud: het is een proces, een vaardigheid die je kind aan het ontwikkelen is. Geef je kind dan ook zeker een compliment wanneer je ziet dat hij moeite doet om het anders aan te pakken een volgende keer dat hij boos is.

Gevoel achter de boosheid

Ieder kind is wel een boos. Ook volwassenen voelen zich wel eens boos of gefrustreerd. Dat is normaal. Allerlei verschillende emoties horen nu eenmaal bij het leven en het is de kunst om die emoties te leren reguleren. Dat is, nogmaals, een proces. Is je kind de laatste tijd wel erg vaak boos? Misschien is het dan eens goed om te kijken wat er achter die boosheid zou kunnen zitten. Zijn er grote veranderingen geweest in jullie leven of spelen er andere dingen achter de schermen die misschien invloed zouden kunnen hebben op de gemoedstoestand van je kind? Voorbeelden van onderliggende oorzaken zijn stress door school, een scheiding van de ouders, verhuizing, de geboorte van een broertje of zusje, conflicten met vriendjes of gepest worden. Ga eens goed na of zoiets zou kunnen gelden voor jouw kind. Boos gedrag kan namelijk ook een uiting zijn van allerlei frustraties van de dag. Het kan ook zo zijn dat je kind met boos gedrag negatieve aandacht vraagt vanuit een behoefte aan verbinding en positieve aandacht van jou als ouder. Kinderen laten hun emoties vaak het makkelijkst gaan bij hun ouders. De meeste kinderen voelen zich veilig bij hun ouders en durven dan hun emoties de vrije loop te laten, wat dus eigenlijk een goed teken is maar niet altijd even makkelijk en prettig voor jou als ouder.

Grenzen en flexibel zijn

Het is voor kinderen belangrijk en daarnaast prettig om duidelijke grenzen en regels te hebben. Dit zorgt ervoor dat er duidelijkheid bestaat waardoor een kind weet wat het kan verwachten en dat voelt veilig. Duidelijke grenzen staan alleen niet gelijk aan keiharde grenzen zonder enige flexibiliteit. Dit kan namelijk juist het tegenovergestelde effect geven. Je kunt je kind dus gerust wat ruimte geven binnen die gestelde grenzen. Een voorbeeld:
Jullie hebben thuis de regel dat er eerst opgeruimd wordt na het spelen voordat er een nieuwe activiteit gedaan mag worden. Je kind heeft de lego nog niet opgeruimd en wil al naar buiten gaan om met zijn vriendjes te spelen. Je wijst je kind hierop, maar wanneer je hem vraagt de lego eerst op te ruimen, wordt hij enorm boos, beland in een flinke driftbui en weigert de lego op te ruimen. Wanneer je niet flexibel en dus resoluut met de regels en grenzen zou omgaan zou je waarschijnlijk zeggen: ‘Je kent de regels, nu eerst de lego opruimen, anders ga je niet naar buiten!’ Met wellicht als effect dat je kind nog bozer wordt en de lego uiteindelijk nog steeds niet wordt opgeruimd, plus een enorm vervelende sfeer in huis. Wanneer je flexibel met de ruimte binnen de gestelde grenzen omgaat in deze situatie, zou je kunnen zeggen: ‘Je hoort eerst de lego op te ruimen en daar heb je écht geen zin in! Je wil graag meteen naar buiten met je vriendjes. Zullen we samen een beginnetje maken? Dan is het zo opgeruimd en kun jij naar buiten. We gooien niet met spullen, hoe boos je ook bent, want dan gaan ze stuk. Kom, dan beginnen we.’

Wanneer je zelf ook boos wordt

Boos gedrag van je kind kan jou als ouder ook enorm triggeren. Het kan dan een uitdaging zijn om zelf rustig te blijven. Het gedrag van je kind roept allerlei emoties bij je op omdat ouders vaak onterecht het gevoel hebben dat het (boze) gedrag van hun kind een reflectie is van hoe goed of slecht zij het doen als ouder. Het kan dan voelen als een soort falen wanneer je kind zich op een manier gedraagt die jij lastig vindt. Ook wil je als ouder natuurlijk niets liever dan dat het goed met je kind gaat. Wanneer je kind zichtbaar last heeft van zijn emoties, raakt dat jou ook en wil je dat het liefst zo snel mogelijk oplossen. Wat onbewust ook van invloed kan zijn op het gedrag van je kind, is hoe het met jou gaat. Wellicht zit jij zelf niet lekker in je vel door stress op je werk of door een heftige periode zoals een scheiding. Wanneer je veel aan je hoofd hebt, is het voor jezelf ook moeilijker om je emoties te reguleren en kun je daardoor ook sneller boos terug reageren naar je kind. Daarover kun je je dan vervolgens misschien weer schuldig voelen. Veel ouders zullen dit herkennen wanneer ze boos zijn geworden op hun kind. Onthoud dan ook dat je echt niet de enige bent wie dit wel eens overkomt. Wel is het altijd goed om er daarna op terug te komen en te laten zien aan je kind dat het belangrijk is om sorry te zeggen wanneer je een foutje hebt gemaakt zoals jezelf laten gaan terwijl je dat liever niet had gewild. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Sorry dat mama schreeuwde, ik voelde me boos maar dat was geen reden om zo boos tegen jou te praten.’ Je kind zal zich op zo’n moment serieus genomen voelen en daarmee herstel je de verbinding. Ook leert je kind hiervan dat iedereen wel eens een foutje maakt, maar dat je excuses aanbieden er ook bij hoort. Merk je dat je te vaak uit je slof schiet? Ga dan eens kijken wat je bij jezelf kunt veranderen. Loopt je emmertje misschien wel over en heb je meer tijd nodig voor jezelf? Wat zou je kunnen doen om daarvoor meer ruimte te maken? Schroom ook vooral niet om hulp te vragen op welk gebied dan ook wanneer je er zelf niet uitkomt.

Deze post delen:

Nog meer van Mamawijzer: