‘It takes a village to raise a child‘ – we kennen het gezegde waarschijnlijk allemaal wel. Deze uitdrukking benadrukt dat het opvoeden van een kind een gezamenlijke inspanning is, een taak die eigenlijk niet alleen op de schouders van de ouders rust. Het idee van het ‘dorp’ gaat over een gemeenschap waarin familie, vrienden en buren samen voor de kinderen zorgen. Iedereen helpt een handje mee, of het nu gaat om een oppas voor een middag, een luisterend oor of gewoon wat praktische tips en steun. In de huidige samenleving lijkt dat ‘dorp’ echter vaak ver te zoeken. Veel ouders, en vooral moeders, ervaren dat zij de verantwoordelijkheid voor hun kinderen grotendeels alleen dragen. Hoe komt het dat we het idee van een ‘village’ steeds meer zijn kwijtgeraakt? En wat betekent dat voor de moeders van vandaag?
Het veranderende beeld van de gemeenschap
In traditionele samenlevingen – en niet eens zo heel lang geleden in Nederland – was het heel normaal om een sterke band met je buurt en familie te hebben. Buurvrouwen hielpen elkaar, oma’s en opa’s woonden vaak om de hoek, en vriendinnen stonden klaar voor praktische hulp en morele steun. Vandaag de dag is dat vaak wel anders. Steeds meer gezinnen wonen ver weg van hun familie of hun families hebben het druk, en de verbondenheid met de buurt is vaak niet meer wat het was.
Daarnaast is onze cultuur de afgelopen decennia individualistischer geworden. We worden aangespoord om het ‘allemaal zelf te doen’ en om zelfstandig te zijn. Veel moeders voelen hierdoor dat ze tekortschieten als ze hulp vragen, terwijl het juist zo waardevol kan zijn. Deze cultuurverandering maakt het lastig om op een natuurlijke en laagdrempelige manier om steun te vragen. Velen zijn bang om anderen te ‘lastig te vallen’. In bepaalde landen en culturen zien we deze individualistische ontwikkeling veel minder. Daar bestaat de ‘village’ rondom gezinnen nog steeds.
Het drukke leven van nu
Naast deze culturele veranderingen spelen ook praktische zaken een rol. Veel gezinnen hebben het ontzettend druk: ouders werken, kinderen gaan naar school en hebben een volle agenda met naschoolse activiteiten. Het maakt het moeilijk om tijd te vinden om relaties te onderhouden of hulp te bieden aan anderen.
Daarnaast is de druk om alles ‘perfect’ te doen hoger dan ooit. Van ouders wordt verwacht dat ze alles goed voor elkaar hebben: een succesvolle carrière, een perfect onderhouden huishouden, en volop aandacht voor de kinderen. Met al deze verwachtingen wordt de last voor veel moeders steeds zwaarder. Het is moeilijk om in zo’n omgeving ruimte te maken voor spontane, informele steun en vriendschap.
De afname van sociale netwerken
Traditionele netwerken zoals kerken, verenigingen en buurtclubs zijn daarnaast minder een ‘ding’ dan vroeger. Waar deze plekken vroeger een plek van steun en gemeenschap waren, lijkt de rol hiervan in het dagelijks leven steeds kleiner te worden. Daardoor missen we niet alleen een ‘fysiek’ dorp om ons heen, maar ook een emotioneel en sociaal vangnet.
Veel moeders moeten het daardoor zonder de steun van een hechte gemeenschap doen. Waar ze vroeger advies konden vragen aan de buurvrouw of hun kind op veel momenten even aan oma konden overdragen, staan ze nu vaak grotendeels alleen in de opvoeding. Dit zorgt ervoor dat ze steeds vaker het gevoel hebben alles zelf te moeten doen, wat op lange termijn erg uitputtend kan zijn.
Hoe kunnen we dat ‘dorp’ terugvinden?
Hoewel het ‘dorp’ in traditionele zin misschien niet zo snel zal terugkeren, zijn er wel manieren waarop we die steun en verbinding weer kunnen opbouwen:
- Kleine verbindingen leggen: Begin bij kleine, laagdrempelige stapjes. Een praatje met de buurvrouw, af en toe een speelafspraak met een andere moeder in de buurt – het zijn kleine dingen, maar ze kunnen al een groot verschil maken.
- Hulp vragen mag: Hulp vragen is geen teken van zwakte. Het kan juist een mooie manier zijn om relaties te versterken en anderen de kans te geven om ook te helpen. Vaak willen mensen meer helpen dan we denken.
- Online netwerken benutten: Er zijn tegenwoordig allerlei online platforms en groepen waar ouders met elkaar kunnen praten, tips kunnen delen en elkaar kunnen steunen. Dit is misschien niet hetzelfde als het fysieke ‘dorp’, maar kan toch een waardevol alternatief zijn.
- De druk loslaten: Probeer de druk om alles perfect te doen los te laten. Niemand kan het allemaal alleen en dat hoeft ook niet. Door eerlijk te zijn over wat je nodig hebt, kun je anderen uitnodigen om een steentje bij te dragen.
- Nieuwe netwerken opbouwen: Misschien kun je een initiatief starten in je eigen buurt, zoals een speelgroepje of een oppas-uitwisselingsgroepje. Zo kun je zelf werken aan een ‘mini-dorp’ om je heen.
Hoewel het ontbreken van een hechte gemeenschap soms zwaar kan voelen, zijn er gelukkig manieren om toch wat van dat ‘dorp’-gevoel terug te brengen. Door open te staan voor verbinding en elkaar te steunen, kunnen we het opvoeden iets minder geïsoleerd en een stukje gezelliger maken. Misschien wordt het geen traditioneel dorp, maar wel een netwerk waarin moeders – en vaders – elkaar echt helpen en samen de last een stukje lichter maken.