Omgaan met liegen bij je kind

Ieder kind liegt wel eens. Wanneer je als ouder achter een leugentje van je kind komt, dan kan dat je in sommige gevallen best een vervelend gevoel geven. Liegen is tot op zekere hoogte normaal en hoort bij een gezonde ontwikkeling van kinderen. Wel zitten er duidelijke verschillen tussen de verschillende leeftijdsfases van kinderen. Hoe ga je als ouder het beste om met het liegen van je kind?

Jokken of liegen

Jokken en liegen betekenen in principe hetzelfde, maar we maken er wel verschil tussen als we kijken naar de verschillende leeftijdsfases waar kinderen in zitten. Bij nog jonge kinderen gebruiken we eerder het woord ‘jokken’, terwijl we bij wat oudere kinderen het woord ‘liegen’ gebruiken. Het verschil zit in de intentie en het besef van het kind over het niet vertellen van de waarheid. Een ouder kind verdraait bewust de waarheid om bijvoorbeeld consequenties van het eigen gedrag te vermijden, terwijl bij een jonger kind deze bewuste intentie nog niet aanwezig is.

De reden van het liegen

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een kind jokt of liegt. Het kan dus bijvoorbeeld bang zijn voor de consequenties van zijn eigen gedrag (straf vermijden) maar het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat een kind zijn ouders niet wil teleurstellen en de situatie daarom beter of mooier schetst dan die is. Ook kunnen kinderen zich soms stoerder voor willen doen en om die reden liegen tegen vriendjes. Het kan ook een roep om aandacht zijn, omdat ze met een groots, ietwat aangedikt verhaal juist die aandacht krijgen. Een andere reden die we vaak zien bij kinderen, is het geen zin hebben om iets te doen zoals bijvoorbeeld de hond uitlaten of tandenpoetsen en daarom liegen dat het al gedaan is. Naast deze meer onschuldige redenen, kan het natuurlijk ook zijn dat een kind een geheim moet bewaren van iemand anders. In dit artikel gaan we hoofdzakelijk in op de wat meer onschuldige en gebruikelijke leugens van kinderen.

Leeftijdsfases

Hoe geloofwaardig een kind een leugen kan overbrengen, hangt heel erg af van de leeftijd. Liegen is een vaardigheid die zich ontwikkelt met de jaren. Een kind moet al een redelijk ontwikkelt empathisch vermogen hebben, dus het vermogen om zich te verplaatsen in een ander, om geloofwaardig te kunnen liegen. 

2-4 jaar
Onder de twee jaar hebben kinderen nog niet de intellectuele vermogens om te kunnen liegen. Jonge kinderen rond de 2-4 jaar kunnen nog niet goed liegen omdat ze zich niet goed kunnen verplaatsen in wat een ander denkt. Ze begrijpen nog niet dat dit kan verschillen van hetgeen wat zij zelf denken. Daarnaast hebben peuters een grote fantasie. Werkelijkheid en fantasie lopen dan ook nog erg door elkaar (denk aan monsters onder het bed van je peuter). Peuters vertellen dan ook makkelijker van alles wat niet echt waar kan zijn, juist door het nog moeilijk onderscheiden van fantasie en werkelijkheid. Ook vergeten ze nog makkelijker dingen, waardoor ze soms niet eens echt liegen, maar het simpelweg echt niet meer weten.

4-7 jaar
Bij kleuters lopen fantasie en werkelijkheid ook nog veel door elkaar. Ze gaan dan ook nog veel op in fantasiespel. Wel is er al een duidelijk verschil merkbaar ten opzichte van 2-4 jarigen: het empathisch vermogen is in ontwikkeling. Dit betekent dat een kind zich steeds beter kan verplaatsen in een ander en dus ook in wat een ander wel of niet weet. Liegen is dan ook een vaardigheid die ze beter onder de knie krijgen. Wel heeft een kind van deze leeftijd nog niet de vermogens om de gevolgen van zijn eigen gedrag goed in te schatten, wat het nog steeds een meer ‘onschuldige’ vorm van liegen maakt. Een kleuter kan bijvoorbeeld een leugentje vertellen omdat hij weet dat hij iets ondeugends gedaan heeft en straf wil voorkomen. Verder ontwikkelt een kleuter ook al de vaardigheid om te zeggen dat hij iets mooi vindt terwijl hij dat in werkelijkheid niet vindt, om de gevoelens van een ander te sparen. Richting het eind van deze leeftijdscategorie is een kind steeds beter in staat om een leugen geloofwaardig te vertellen.

7-12 jaar
Wanneer kinderen ouder worden, ontwikkelen allerlei intellectuele vermogens zich steeds meer. Een kind begint in deze leeftijdsfase dan ook steeds beter te begrijpen dat zijn gedrag gevolgen kan hebben. Het liegen wordt dan ook veel bewuster. Een kind van ongeveer 9 jaar kan vaak al erg geloofwaardig liegen. Verbaal zijn kinderen rond deze leeftijd ook sterker waardoor ze een leugen beter kunnen verpakken omdat ze zichzelf simpelweg beter kunnen verwoorden. Rond deze leeftijd is het goed om het gesprek aan te gaan met je kind wanneer het liegt. Op deze manier maak je je kind bewust van zijn eigen leugen en dat je weet dat hij liegt.

12-18 jaar
Pubers zijn erg goed in liegen. Ze doen het ook vrijwel allemaal wel eens. Dit kan gaan over dingen als: met wie ze ergens naartoe gaan, wat ze aan het doen zijn of waar ze hun geld aan hebben uitgegeven. Het kan echter ook een goedbedoelde leugen zijn omdat je kind niet wil dat jij je zorgen maakt of om iemand anders te beschermen. Deze leeftijdsfase is er in ieder geval één waarin kinderen zich steeds meer gaan afzetten van ouders. Dit is een volkomen normaal proces waarin een kind zijn eigen identiteit aan het ontwikkelen is. Geef je kind dan ook deze vrijheid en zit niet overal te erg bovenop. Dit kan juist extra liegen in de hand werken. 

Omgaan met liegen

Bij jonge kinderen hoef je echt niet ieder leugentje te corrigeren. Wanneer het gaat om fantasiespel, dan kun je daar zelfs best in meegaan. Bijvoorbeeld wanneer je kind zegt dat hij kan vliegen: ‘kijk maar naar mijn vleugels mama’, of aan je vertelt dat hij ‘een tandenfeetje heeft gezien bij zijn bed’. Bij leugentjes waar je wel echt iets mee wil, werkt het bij kinderen tussen de 2-7 jaar vaak goed om de door jou geconstateerde leugen te benoemen.

Voorbeeld: Je kind heeft zijn tanden niet gepoetst maar zegt van wel

  1. Ik zie dat je tandenborstel niet gebruikt is
  2. Je had zeker weinig zin om je tanden te poetsen, he?
  3. Ik heb er ook nooit zoveel zin in. Maar voor het slapen gaan, poetsen we onze tanden. Laten we het even samen doen.

Bij oudere kinderen is het goed om te laten weten hoe belangrijk jij het vindt dat je kind eerlijk en open tegen je is. Het is goed om je kind een compliment te geven wanneer het eerlijk is. Wanneer je kind bijvoorbeeld iets heeft gedaan wat niet mag, maar het daarna wel eerlijk vertelt, zou je kunnen zeggen: ‘Ik ben het niet eens met wat je gedaan hebt, maar ik vind het wel erg goed van je dat je het eerlijk tegen me vertelt’. Te veel straffen kan er juist voor zorgen dat een kind meer gaat liegen om straf in het vervolg te voorkomen. Kijk altijd goed naar de situatie en ‘pick your battles’ is in dat geval een hele belangrijke. Hoe erg is de leugen en wat je kind gedaan heeft? Welke consequentie is passend? Blijf daarin altijd redelijk. Geef daarnaast zelf ook het goede voorbeeld door eerlijk te zijn. Blijf met elkaar in gesprek over wat jullie beiden bezighoudt. Zorg er daarbij voor dat je kind jou kan vertrouwen: bewaar de geheimen van je kind en zet bijvoorbeeld ook niet ongevraagd allerlei dingen van je kind op Facebook of Instagram. Zorg er daarnaast ook voor dat je een gezonde balans houdt tussen wat mag en niet mag. Te veel verbieden werkt vaak liegen in de hand. Probeer soms samen tot een middenweg te komen door te onderhandelen over wat jij nog acceptabel vindt en wat hij wil. Door een puber ruimte te geven binnen bepaalde afgebakende grenzen, geef je hem toch een stukje vrijheid om zichzelf in te kunnen ontwikkelen los van jou als ouder.

Deze post delen:

Nog meer van Mamawijzer: